Deventer

Volgens een oude Duitse kroniek behoort Deventer tot de Joodse gemeenten die in 1349 ten tijde van de pestepidemie verwoest zijn. In de daaropvolgende eeuwen hebben zich soms enkele Joden in Deventer gevestigd, maar het zou tot het einde van de achttiende eeuw duren voordat ze officieel een vestigingsvergunning kregen.

Reglement van de joodse gemeente in Deventer met betrekking tot gebeden in de synagoge, ca. 1810

Reglement van de joodse gemeente in Deventer met betrekking tot gebeden in de synagoge, ca. 1810

In 1797 werd een Joodse gemeente opgericht, waarin een zevental families georganiseerd waren. Een jaar later werd een huis aan de Golstraat aangekocht, waarin een synagoge gevestigd werd. Korte tijd later werd aan de Roggestraat begonnen met de bouw van de eerste echte synagoge.

De Joodse gemeente van Deventer groeide snel en bestond in 1811 reeds uit twintig families. In 1805 had men een begraafplaats aangekocht buiten de Brinkpoort, aan de Lange Rij bij de Beestenmarkt. Uitbreiding van de stad maakte in 1870 een einde aan het gebruik van deze begraafplaats. De Joodse gemeente kreeg toen een stuk land naast de algemene begraafplaats aan de Diepenveenseweg toegewezen. Vanaf het begin van de negentiende eeuw was er Joods onderwijs in Deventer, de Joodse school kreeg in 1864 een nieuwe behuizing.

In 1868 leidde een conflict tot een splitsing in de gemeente. Na de hereniging in 1883 was de oude synagoge te klein, vandaar dat er in 1892 een nieuwe synagoge werd ingericht aan de Golstraat. Het vrijgekomen gebouw aan de Roggestraat werd vanaf 1897 gebruikt als nieuwe behuizing voor de Joodse school.

Synagoge in Deventer, ca. 1930

Synagoge in Deventer, ca. 1930

In de Joodse gemeente van Deventer waren verscheidene verenigingen actief. Zowel voor vrouwen als voor mannen was er een begrafenisgenootschap. Daarnaast was er een vereniging voor Torastudie, terwijl twee vrouwenverenigingen zich bezig hielden met de zorg voor het interieur van de synagoge en het onderhoud van de rituele voorwerpen. De ondersteuning van armen en van noodlijdende jonge moeders en het bekostigen van de besnijdenis van kinderen van arme ouders was in handen van verschillende organisaties.

Op cultureel gebied was er een letterkundige vereniging en een synagogaal zangkoor.
Een aanzienlijk deel der Deventer Joden leefde in de buurt van de synagoge in het Noorderbergkwartier en hield zich bezig met handel in stoffen en huiden of was venter.

In de twintigste eeuw bleef Deventer als belangrijk Joods centrum een aantrekkelijke woonplaats. Nieuwe verenigingen ontstonden, waaronder twee jongerenverenigingen, een toneelvereniging, een afdeling van de Nederlandse Zionisten Bond en een zionistische jeugdbeweging. In 1918 werd de Vakopleiding voor Palestina-Pioniers, de Deventer Vereniging opgericht, waar in de vooroorlogse jaren honderden pioniers uit binnen- en buitenland hun opleiding kregen. Daarnaast werd in Deventer op grote schaal hulp geboden aan behoeftige vluchtelingen uit Duitsland en Oost-Europa.

Vanaf het begin van de bezetting werden door NSB-ers acties ondernomen tegen de Joodse inwoners van Deventer en hun eigendommen. Ook werden in Deventer, net als in de rest van Nederland, vele beperkende maatregelen jegens Joden van kracht. De deportaties vingen aan in augustus 1942 en waren in april 1943 voltooid. Het overgrote deel van de vooroorlogse Joodse gemeenschap van Deventer heeft de oorlogsjaren niet overleefd.

Na de oorlog kwam de Joodse gemeente aanvankelijk weer tot bloei. In 1945 werd de vooroorlogse synagoge, waarvan het interieur in 1941 vernield was, opgeknapt. Drie jaar later werden Raalte en Holten bij het gebied van de Joodse gemeente van Deventer gevoegd. In 1952 werd een nieuwe synagoge ingewijd aan de Lange Bisschopstraat, waarin tot 1984 diensten zijn gehouden. Inmiddels was de activiteit van de Joodse gemeente drastisch teruggelopen, o.a. door emigratie naar Israël.

De synagoge werd in 1987 verkocht, waarna het monument ter nagedachtenis aan de omgekomen Joden, dat zich in het gebouw bevond, overgebracht is naar het stadhuis. Aan de oever van de IJssel staat sinds 1985 een monument ter nagedachtenis aan Etty Hillesum. Ook op de hoek van de Papenstraat en de Ankersteeg herinnert een monument aan de vermoorde Joodse landgenoten.

De voormalige synagogegebouwen van Deventer hebben tegenwoordig een andere bestemming. De oude synagoge aan de Golstraat werd door de Christelijk Gereformeerde Kerk tot 2009 gebruikt voor hun diensten. Sinds mei 2010 houdt het Joodse initiatief Beth Shoshanna er sjoeldiensten. In 2011 zal de gemeente Deventer het pand aankopen, waarna het Etty Hillesum Centrum hoofdhuurder wordt.

In de voormalige synagoge en Joodse school aan de Roggestraat werd in 1996 het Etty Hillesum Centrum gevestigd. Een kleine permanente tentoonstelling in dit gebouw geeft een beeld van de geschiedenis van de Joden in Deventer. Sociaal-culturele bijeenkomsten worden tegenwoordig gehouden in samenwerking met de Joodse gemeenten Apeldoorn en Zutphen. In 2000 is hieruit de Joodse Gemeente Stedendriehoek ontstaan, waarin Zutphen een centrale rol speelt.

De oude begraafplaats aan de Lange Rij is in 1960 geruimd; de graven zijn overgebracht naar de Joodse begraafplaats aan de Diepenveenseweg. In 1993 werd daar een kopie van het monument, dat in het gemeentehuis staat, onthuld. Het reiniginghuis op deze begraafplaats werd in 1995 gerestaureerd.
Ook in de stadjes en dorpen in de omgeving van Deventer, zoals Twello, Bathmen, Wijhe, Olst en Gorssel hebben gedurende de afgelopen 200 jaar enkele Joodse families gewoond.

Aantal Joden in Deventer en omgeving

jaar

1809

270

1840

320

1869

396

1899

540

1930

442

1951

144

1971

70

1998

27