Chronologie van de jodenvervolging

Vanaf 15 mei 1940 was Nederland een bezet land. De Duitse bezetter installeerde een civiel bestuur onder leiding van de Oostenrijkse nazi Arthur Seyss-Inquart.
In de periode 1940-1943 werden talloze anti-joodse maatregelen van kracht die als verordening werden uitgevaardigd. Het begon relatief onschuldig met het ontslag van joden uit de luchtbeschermingdienst. Het eindigde met deportatie en moord op een hele bevolkingsgroep.

De lijst anti-joodse maatregelen hieronder is niet volledig.

 

afb1
Waterlooplein met bord ‘Joodsche Wijk’  en mensen met jodenster, circa 1943. Collectie JHM, F002490.

 

1940

1 juli
Het wordt joden verboden om in de luchtbeschermingsdienst te werken. Vanaf 2 juli mogen joden niet meer tewerkgesteld worden in Duitsland.

31 juli
Verbod op slachten van vee volgens de regels van kasjroet (rituele joodse spijswetten): verordening ter vermijding van het kwellen van dieren bij het slachten. Dit is VO (verordening) 80/1940.

6 september
Verbod om joden aan te nemen in overheidsdienst. Joden die al in overheidsdienst werken mogen niet worden bevorderd. De secretarissen-generaal van de departementen beloven geen joden meer in overheidsdienst te benoemen. Op 28 augustus was dit al informeel verteld aan de ministeries (VO 108/40).

 

Joodse markt op het Waterlooplein, circa 1942. Collectie JHM, F000186.
Joodse markt op het Waterlooplein, circa 1942. Collectie JHM, F000186.

 

14 september
Joden zijn niet meer welkom op Amsterdamse markten.

26 september
Verbod op publicatie van joodse kranten met uitzondering van het Joodsche Weekblad (vanaf 11 april 1941).

5 oktober
Ariërverklaring. Alle ambtenaren moeten een verklaring invullen over hun afstamming.

 

Ariërverklaring voor ambtenaren (niet ingevuld), 1940. Collectie JHM, D006092.
Ariërverklaring voor ambtenaren, 1940. Collectie JHM, D006092.

 

22 oktober
Alle joodse zakenlieden moeten hun onderneming laten registreren bij een Duitse organisatie: de Wirtschaftsprüfstelle (VO 189/40). Joods zijn zij die drie joodse grootouders hebben en/of lid zijn van een joodse gemeente.

4 november
Bekendmaking dat vanaf 21 november joodse ambtenaren worden geschorst; op 21 februari 1941 worden zij ontslagen (VO 137/40).

19 december
Verbod voor joden om Duits huishoudelijk personeel in dienst te hebben.

 

1941

7 januari
Verbod voor joden om bioscopen te bezoeken. Het verbod wordt bekend gemaakt door de Nederlandse bioscoopbond.

10 januari
Alle joden of personen met tenminste één joodse grootouder moeten zich laten registreren. Als een grootouder ooit bij een joodse kerkelijke gemeente was aangesloten of dat nog steeds was, gold iemand al als jood en zijn kinderen en kleinkinderen dus ook. Joden moesten zich bij het bevolkingsregister melden en zich daar laten registreren. Registratie kostte een gulden. Vrijwel alle joden gaven er gehoor aan (VO 6/1941).

Voorlopig aanmeldingsbewijs voor 'personen van geheel of gedeeltelijk joodschen bloede', op naam van Louis Ph. Polak, 1941. Collectie JHM, D000139.
Voorlopig aanmeldingsbewijs voor 'personen van geheel of gedeeltelijk joodschen bloede', op naam van Louis Ph. Polak, 1941. Collectie JHM, D000139.

 

Januari

Op verschillende openbare plekken verschijnen borden met de tekst ‘Joden niet gewenscht’. Voor het plaatsen van deze borden bestaat nog geen verplichting.

5 februari
Artsen moeten aangeven of ze joods zijn.

1 februari
Beperkende maatregelen voor joodse studenten (VO 27/1941). Ze mogen niet meer studeren aan de universiteit tenzij ze speciale toestemming van secretaris-generaal Van Dam hebben.

12 februari
De oude Jodenbuurt in Amsterdam krijgt de nieuwe naam Joodsche Wijk en wordt afgezet met een prikkeldraadversperring. Ook komen er borden met de tekst Juden viertel/Joodsche wijk. De versperring verdwijnt na korte tijd maar de borden blijven staan.

Jodenbuurt tijdens bezetting met bord Judenviertel /Joodsche wijk, circa 1941. Collectie JHM, F001640
Jodenbuurt tijdens bezetting met bord Judenviertel /Joodsche wijk, circa 1941. Collectie JHM, F001640

     

13 februari
Oprichting van de Joodse Raad in opdracht van de bezetter. De Duitsers willen via één orgaan met de joodse gemeenschap kunnen communiceren.

22 februari
Twee dagen durende razzia op joodse mannen tussen de 18 en 35 jaar. In totaal worden er 427 joden opgepakt en gedeporteerd. De razzia op het Jonas Daniel Meijerplein volgde op onlusten in de joodse wijk waarbij de WA -man Hendrik Koot om het leven was gekomen. Op 19 februari was er in IJssalon Koco een vechtpartij geweest waarbij Duitse politiemensen ammoniak in het gezicht gespoten kregen. Daarop arresteerden de Duitsers de 427 joodse mannen. Op 25 februari breekt in protest hierop een staking uit: de Februaristaking. De mannen komen via Schoorl en Buchenwald in Mauthausen terecht waar ze allemaal omkomen.

Wachtende vrachtauto’s tijdens de razzia op het J.D. Meijerpleijn, 1941. Nat. Archief, Fotocollectie Anefo.
Wachtende vrachtauto’s tijdens de razzia op het J.D. Meijerpleijn, 1941. Nat. Archief, Fotocollectie Anefo.

 

27 februari
Joden mogen geen bloeddonor meer zijn.

28 februari
Maatregelen tegen joodse organisaties zonder economisch doel: verenigingen en stichtingen moesten zich laten registreren en inzage verlenen in hun stukken en bepaalde bevoegdheden uit handen geven (VO 41/1941).

12 maart
Joden kunnen niet meer beschikken over hun eigen bedrijf. In plaats daarvan wordt er een Verwalter of Treuhänder (bewindvoerder) aangesteld door de Omnia-Treuhandgesellschaft.  De bewindvoerder leidt nu het bedrijf, in de meeste gevallen stuurt hij aan op liquidatie van de joodse firma (VO 48/1941).

31 maart
Instelling van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung, de organisatie die in 1942 de deportaties zou gaan organiseren.

1 april
Joden mogen in Haarlem voortaan niet meer in cafés, restaurants, bioscopen, schouwburgen, bibliotheken en zwembaden komen.

15 april
Joden mogen geen radio's bezitten. Dit was een bevel van General kommissar Rauter op grond van verordening 26/1941.

1 mei
Joodse advocaten en artsen mogen geen niet-joodse cliënten en patiënten meer hebben. De maatregel geldt ook voor andere vrije beroepen zoals apothekers, tandartsen en procureurs.

Het wordt verboden voor joden om markten te bezoeken. Ook mogen joden niet meer in de effecten- en handelsbeurzen komen.

27 mei
Joden die landbouwgronden bezitten, moeten die aangeven en die voor 1 september 1941 verkopen (VO 102/1941).

31 mei
Vanaf nu is het verboden voor joden om zwembaden en stranden te bezoeken. Ook mogen ze geen kamers meer huren in sommige badplaatsen en openbare gelegenheden bezoeken in die plaatsen.

11 juni
Razzia's tegen joden in Amsterdam. 300 joden worden naar Mauthausen gedeporteerd, onder wie 61 joodse vluchtelingen uit het werkdorp Wieringermeer.

Werkdorp Wieringermeer, 1941. Collectie JHM, F002768
Werkdorp Wieringermeer, 1941. Collectie JHM, F002768

 

20 juni
Joden buiten Amsterdam moeten hun fiets inleveren (VO 182/41).

26 juni
Verbod voor joodse winkels om op zondag open te zijn (VO 114/41).

1 augustus
Joodse makelaars mogen alleen nog voor joden werken.

8 augustus
Eerste LIRO Verordening: VO 148/1941. Joden zijn verplicht om hun banktegoeden van meer dan duizend gulden (ongeveer 450 Euro) over te maken naar de Lippmann-Rosenthal Bank, een voormalig joodse bank die door de Duitsers was overgenomen.

1 september
Joodse leerlingen wordt verboden reguliere scholen en onderwijsinstellingen te bezoeken. Vanaf 1 september gaan ze naar aparte joodse scholen. In Amsterdam gaat de maatregel op 1 oktober in.

Klassenfoto van de vijfde klas van de Palacheschool, 1942. Collectie JHM, F0011548
Klassenfoto van de vijfde klas van de Palacheschool, 1942. Collectie JHM, F0011548

 

14 september
Derde razzia in Nederland. In Twente worden honderd joodse mannen opgepakt en gedeporteerd als vergelding voor acties van het verzet.

15 september
Het is verboden voor joden om parken, dierentuinen, cafés, restaurants, bibliotheken, hotels, schouwburgen, bioscopen en musea te bezoeken. En joden mogen niet meer zonder vergunning reizen of verhuizen. Vanaf dit moment verschijnen borden met de tekst ‘Voor Joden verboden’ in het straatbeeld (VO 138/1941).

 

Bordje 'Voor Joden verboden' in het park Oog in Al te Utrecht. Foto: J.G. de Graaf, Collectie Het Utrechts Archief.
Bordje 'Voor Joden verboden' in het park Oog in Al te Utrecht. Foto: J.G. de Graaf, Collectie Het Utrechts Archief.


Joden moeten hun grond- en huizenbezit laten registreren bij de Niederländische Grundstücksverwaltung, een Duitse rooforganisatie die de bezittingen gaat verkopen (VO 154/1941) .

7-8 oktober
Razzia in de Achterhoek, Arnhem, Apeldoorn en Zwolle, weer als vergelding. Honderd joden worden gedeporteerd.

20 oktober
De Joodse Raad wordt verplicht een registratie aan te leggen van alle joden in Nederland. Er wordt een cartotheek aangelegd. Ook is er een nieuwe verordening die joden beperkt in het uitoefenen van bepaalde beroepen en afhankelijk maakt van een vergunning. En het wordt veel makkelijker om joden te ontslaan (VO 198/1941).

22 oktober
Joden moeten niet-joodse verenigingen en stichtingen verlaten (VO 199/1941).

3 november
In Amsterdam worden aparte joodse markten ingericht.

Collectie JHM, F000186.
Joodse markt op het Waterlooplein, circa 1942. Collectie JHM, F000186

 

5 december
Alle niet-Nederlandse joden moeten zich melden voor ‘vrijwillige emigratie’.

 

1942

1 januari
Joodse mannen worden opgeroepen voor kampen van de Rijksdienst voor de Werkverruiming in Noord- en Oost-Nederland.

Joden mogen geen niet-Joods huishoudelijk personeel meer hebben (VO 200/41)

9 januari
Openbaar onderwijs voor joden verboden.

10 januari
Eerste joden vertrekken uit Amsterdam naar joodse werkkampen.

Mannen in het werkkamp Geesbrug bezig dekens uitkloppen,  circa 1942. Collectie JHM, F007910.
Mannen in het werkkamp Geesbrug bezig dekens uitkloppen,  circa 1942. Collectie JHM, F007910.

17 januari
Joden uit Zaandam moeten naar Amsterdam verhuizen. Hiermee begint de gedwongen verhuizing van alle Nederlandse joden naar de hoofdstad.

23 januari 1942
Persoonsbewijzen van joden worden voorzien van de letter 'J'.

Persoonsbewijs met een ‘J’ van Selina Polak-de Vries, 1941. Collectie JHM, D009721.
Persoonsbewijs met een ‘J’ van Selina Polak-de Vries, 1941. Collectie JHM, D009721.

20 maart
Verbod voor joden om vervoersmiddelen te bezitten of te besturen. Joden mogen geen meubels verkopen uit hun eigen inboedel.

25-26 maart
Verbod voor joden om met niet-joden te trouwen.

24 april
Joodse slagerijen worden gesloten. Een aantal slagerijen in Amsterdam mag open blijven.

3 mei
De gele davidster met het woord 'Jood' wordt ingevoerd. Alle joden, ouder dan zes jaar, moeten een gele ster met het woord 'Jood' zichtbaar op hun kleding dragen.

Schoolbord met jodensterren en de tekst: Vanaf Zondag verplicht te dragen!, 1942. Collectie JHM, F010484.
Schoolbord met jodensterren en de tekst: Vanaf Zondag verplicht te dragen!, 1942. Collectie JHM, F010484.

21 mei
Tweede LIRO-Verordening VO 58/1942. Joden moeten nu ook goud, zilver, antiek, kunstvoorwerpen, andere waardevolle spullen en cultuurgoederen inleveren bij de Lipmann, Rosenthal & Co bank.

29 mei
Visverbod voor joden.

5 juni
Volledig reisverbod voor joden.

12 juni
Verbod voor joden om buiten bepaalde tijdstippen boodschappen te doen en ze mogen slechts in een beperkt aantal winkels komen. Joden moeten alle fietsen en andere vervoersmiddelen inleveren. Joden mogen geen sport meer beoefenen.

26 juni
Aus der Fünten deelt de Joodse Raad mee dat joden naar Duitsland gedeporteerd gaan worden voor ‘werkverruiming’ of arbeidsinzet.

30 juni
Instelling avondklok. Joden moeten tussen 20.00 en 06.00 uur thuis zijn.

4 juli
De eerste oproepen voor de deportaties naar Duitsland worden verstuurd.

6 juli
Verboden voor joden om te telefoneren. Joden mogen niet meer op bezoek bij niet-joden.

14 juli
Eerste transport van Amsterdamse joden naar het doorgangskamp Westerbork.

Uit de trein gegooide briefkaart, D013400
Na vertrek uit Westerbork uit de trein gegooide briefkaart, Collectie JHM, D013400

 

15 juli
1.135 joden worden gedeporteerd vanuit Westerbork naar het vernietigingskamp Auschwitz in Polen. Tot 13 september 1944 rijdt er wekelijks een deportatietrein uit Westerbork naar de vernietigingskampen.

20 juli
De Hollandsche Schouwburg wordt in gebruik genomen als verzamelplaats waar joden zich moeten melden voor deportatie en opgepakte joden worden vastgehouden.

Augustus
Gedurende de hele maand vinden razzia’s plaats omdat te weinig joden zich melden voor deportatie. Ook worden joodse straatnamen gewijzigd.

2 en 3 oktober
Joden uit de werkkampen in Nederland worden overgebracht naar Westerbork en samen met hun gezinnen gedeporteerd. Het gaat om 13.000 à 15.000 mensen.

Oktober
De crèche aan de Plantage Middenlaan 31 wordt gebruikt als dependance van de Hollandsche Schouwburg. Joodse kinderen wachten hier, gescheiden van hun ouders op deportatie.

 

1943

15 januari
Alle vondelingen worden beschouwd als joodse kinderen en gedeporteerd, ook met terugwerkende kracht. In Amsterdam worden de vondelingen naar de crèche gebracht.

16 januari
450 joden uit de Hollandsche Schouwburg worden gedeporteerd naar het nieuwe kamp Vught. In totaal zullen 12.000 joden in kamp Vught gevangen worden gehouden.

22 januari
De joods-psychiatrische instelling het Apeldoornsche Bosch wordt ‘leeggehaald’. Dat betekent dat alle patiënten en het meeste personeel gedeporteerd worden om vermoord te worden. De trein rijdt vanuit Apeldoorn rechtstreeks naar Auschwitz.

Hoofdgebouw van het Het Apeldoornsche Bosch, circa 1934. Collectie JHM, F002507
Hoofdgebouw van het Het Apeldoornsche Bosch, circa 1934. Collectie JHM, F002507

 

2 maart
Eerste transport naar vernietigingskamp Sobibor. Er rijden in totaal 19 treinen naar Sobibor met meer dan 34.000 joden.

10 april
Verboden voor joden om in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg te verblijven. Alle joden in die provincies worden in kamp Vught ondergebracht (VO 1/43).

21 april
Eerste transport uit Nederland naar concentratiekamp Theresiënstadt uit Amsterdam.

Theresienstadt. Collectie Ghetto Fighter’s House Museum
Theresienstadt. Collectie Ghetto Fighter’s House Museum

 

22 april
Verbod voor joden om zich te bevinden in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht met uitzondering van Amsterdam. Vanaf deze dag zijn alleen ondergedoken joden, joden met een uitzonderlijke vrijstelling en een aantal Amsterdamse joden niet in Duitse gevangenschap. Op 23 april wordt Nederland ‘judenrein’ verklaard door de Duitsers.

21 mei
De Joodse Raad moet 7000 man uit hun eigen gelederen aanwijzen voor deportatie.

26 mei
Grote razzia in Amsterdam om de laatste joden, afgezien van de medewerkers van de Joodse Raad, op te pakken die nog in de hoofdstad zijn. 3000 mensen worden gearresteerd.

6-7 juni
Kindertransporten uit concentratiekamp Vught naar Sobibor.

20 juni
Razzia in Amsterdam-Zuid en -Oost om medewerkers van de Joodse raad op te pakken.

29 september
Transport van alle overgebleven joden uit Amsterdam en de laatste medewerkers van de Joodse Raad naar Westerbork.

19 november
De Hollandsche Schouwburg gaat dicht na het laatste transport van joden die zijn opgepakt uit de onderduik.

December
Gemengd gehuwden worden opgeroepen voor werkkampen. Er zijn al andere maatregelen tegen gemengd-gehuwden genomen zoals sterilisatie. Gesteriliseerden worden van een groot aantal beperkende bepalingen vrijgesteld.

1944

Januari
Eerste transport naar concentratiekamp Bergen-Belsen.

Voorjaar
SS-leider Rauter voert de TD-kaart in.

1 februari
De Portugese joden worden naar Westerbork gebracht. Ze waren tot nu toe vrijgesteld wegens twijfels over hun joodse afkomst. Via Theresienstadt worden ze naar Auschwitz gedeporteerd.

2 juni
Laatste transport van joden uit kamp Vught naar Auschwitz.

4 augustus
Anne Frank en haar familie worden na verraad opgepakt in het Achterhuis, hun onderduikplaats. Allen worden gedeporteerd. Alleen Anne's vader, Otto Frank, overleeft de deportatie.

13 september
Laatste transport uit Westerbork. Bij de bevrijding van het kamp op 12 april 1945 bevinden zich negenhonderd gevangenen in het kamp.

 

 

This site is also available in English.