De laatse marranen in Portugal. Foto's van Frederic Brenner

Archief
tot 24 november

13 september t/m 24 november 1991: Boeken, manuscripten, schilderijen, prenten en tekeningen, en zilver worden getoond, mede uit de collecties van de Portugees-Israëlietische Gemeente en de Bibliotheek Ets Haim. Ook zal een model van de synagoge in Curaçao, dat het museum recent heeft verworven door een schenking van mevrouw S. Perlman uit Londen, worden getoond.

In 1496 trouwde de Portugese koning Manuel een Spaanse prinses. Deze dochter van de meest katholieke koningen Isabella en Ferdinand wilde alleen naar haar nieuwe land komen als daar geen Joden meer zouden zijn. Om aan haar wens te voldoen werd de hele Joodse gemeenschap in 1497, gezamenlijk, gedwongen gedoopt.

In tegenstelling tot de Spaanse Joden die tussen 1391 en 1492 individueel hun keus tussen dood, doop of verdrijving hadden moeten maken, bleef de Portugese Joodse gemeente één geheel. Velen bleven in het geheim trouw aan hun Joodse traditie. Zij worden Maranen genoemd.

Een deel van de Joden in Portugal probeerde het land te verlaten, zeker na de invoering van de Inquisitie in 1536 en de inlijving bij Spanje in 1580. Hun vasthoudendheid gaf na 1580 een nieuwe impuls aan de Spaanse Maranen, ook zij vertrokken ten dele. Zij vestigden zich in Italië, Zuid-Frankrijk, het Ottomaanse Rijk, maar ook in de opkomende handelssteden als Antwerpen, Amsterdam, Hamburg en Londen. Zo ontstonden in de zeventiende eeuw bloeiende Joodse gemeenten in het noordelijk deel van Europa. Een ander deel van de Joden in Portugal kon niet weg en is tot op de dag van vandaag Maraan gebleven. In het afgelegen bergdorp Belmonte bestaat nog steeds een maraanse gemeenschap. Velen van hen overwegen nu, na bijna vijfhonderd jaar, alsnog geheel terug te keren naar het jodendom en zich in Israël te vestigen.

De tentoonstelling laat deze beide facetten zien van de geschiedenis van de Portugese Joden. Na een inleiding over de situatie in Portugal en het functioneren van de Inquisitie, volgen er twee gelijkwaardige delen.

In een unieke serie van de franse fotograaf-antropoloog Fréderic Brenner worden de overblijfselen van de Joodse traditie na vijfhonderd jaar getoond. Daar waar het kenmerk van de maraanse cultuur de geheimhouding is, zal het duidelijk zijn met welke inspanning dit materiaal een aantal jaren geleden tot stand is gekomen.
In het kader van de herdenking van 1492 en de verdrijving van de Joden uit Spanje zal dit materiaal in Israël, Spanje en de Verenigde Staten worden getoond. Het Joods Museum heeft hiervan de wereldpremière.

Een film van dezelfde maker, die recent geproduceerd werd, zal ook te zien zijn.

Het tweede gedeelte zal facetten van het leven van de Portugese gemeente in Amsterdam laten zien. De thema's zullen gegroepeerd worden rond het gebruik van de Portugese taal. Deze werd gebruikt in het notulenboek van de kerkelijke bestuurders (parnassim), in preken en tot op de dag van vandaag voor het gebed voor het koningshuis.

Deze tentoonstelling is niet langer te bezoeken.
Bekijk de agenda voor actuele tentoonstellingen en activiteiten.